Onderzoek in Pijnacker kan veel betekenen voor geothermie in Nederland

10.07.2024 Sjoerd Rispens

Onderzoek in Pijnacker kan veel betekenen voor geothermie in Nederland
©Geothermie Nederland

TNO, KNMI en Ammerlaan The Green Innovator doen onderzoek naar de kans van het wel of niet optreden van aardbevingen bij geothermie bij kwekerij Ammerlaan in Pijnacker. Het onderzoeksproject, genaamd DownHole Array for Research at Ammerlaan (DHARA), gaat vier jaar duren. Hiervoor is een kilometer lange, diepe put ingericht met een innovatieve combinatie van meetapparatuur om hele kleine bodembewegingen vast te leggen.

Het doel van het project is de ontwikkeling van geothermie in Nederland te bevorderen en tegelijkertijd zorgen over seismische activiteit aan te pakken. De onderzoekers benadrukken dat er tot dusver geen voelbare aardbevingen zijn waargenomen bij geothermieprojecten zoals die in Pijnacker en wordt gedacht dat de kans daarop laag is, maar nu geothermie groeit is het belangrijk daar wel onderzoek naar te doen. Nederland streeft naar een grotere inzet van geothermie, maar vrees voor aardbevingen heeft publieke steun verminderd en strengere regels opgelegd aan geothermieprojecten.

Geothermie is duurzame warmte uit de ondergrond waarmee je huizen, gebouwen en kassen kunt verwarmen. Diep in de ondergrond bevindt zich warm water in (poreuze) zand- en gesteentelagen. Geothermie ofwel aardwarmte, wordt gewonnen uit heet water in deze lagen.

De ambitie van DHARA is om met behulp van nauwkeurige gegevens te laten zien hoe het risico op seismische activiteit bij geothermie kan worden beoordeeld en beheerst. Dit is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van geothermie in Nederland.

De voormalige productieput PNA-GT-01 zal worden uitgerust met geofoons en tiltmeters tot een diepte van ongeveer 900 meter. Deze sensoren kunnen zowel hele kleine aardbevingen registreren als langzame vervormingen die geen trillingen geven. Bovendien worden er meters aan het oppervlak geïnstalleerd en permanent verbonden met het KNMI-meetnetwerk. Dit zal continu gegevens verzamelen en analyseren om eventuele aardbevingen te detecteren en te begrijpen.

3D-modellen
“De gebeurtenissen in Groningen hebben veel invloed gehad op de public perception van mensen”, vertelt Maartje Koning, projectleider namens TNO. “Mensen willen nu graag weten wat er precies gebeurt bij boringen en of dat wel veilig is.”

“En dat is tegenwoordig een groter issue dan dertig jaar geleden”, vult Loes Buijze, hoofdonderzoeker geïnduceerde seismiteit bij TNO, aan. “Het onderzoek wat we nu doen is heel belangrijk, omdat we een goed beeld van de risico’s hopen te krijgen. Zo kunnen we de vinger aan de pols houden en tijdig ingrijpen als dat nodig is.”

Maar het onderzoek heeft meer om het lijf dan alleen zorgen wegnemen bij burgers. “Onderdeel van geothermie is het afkoelen van de gewonnen warmte”, vertelt Buijze. “We weten dat afkoeling voor verstoringen kan zorgen, met een mogelijk een micro-aardbeving tot gevolg. Maar we weten niet of dat bij elk type gesteentelaag gebeurt. Als we daar door middel van deze metingen antwoord op kunnen krijgen, betekent dat heel veel voor geothermieprojecten in de rest van het land.”

“Bij dit project koppelen we 3D-geologische modellen aan de ondergrond, die alle verschillen en onzekerheden van de grond meten”, vult Koning aan. “Die gegevens zorgen er uiteindelijk voor dat we een beter beeld krijgen op welke diepte welk type breuken zitten, waar het gesteente afkoelt en dus ook meer begrip van wat daar gebeurt. Deze kennis kan worden meegenomen als er naar andere locaties gekeken wordt met een vergelijkbare ondergrond.”

Bevindingen
Er wordt continu gemeten in de put een aan het oppervlak, maar de gegevens zijn op dit moment nog niet geanalyseerd. “We willen een paar momenten inlassen waarbij we alles compleet gaan analyseren om vervolgens de resultaten naar buiten te brengen”, zegt Koning daarover. “We gaan de resultaten meerdere keren analyseren, we zullen de resulaten in ieder geval twee keer wanneer het project looptnaar buiten brengen, met een jaar ertussen. We willen de meetapparatuur zo lang mogelijk laten hangen, want we moeten vooral leren van dit project.”

Wat gebeurt er als er bevingen worden waargenomen? “Dat is aan de operator, die moet dan de toezichthouder informeren”, zegt Buijze. “Daarnaast ligt er een seismisch risico- en beheerplan, met een stoplichtsysteem erin. Heb je bijvoorbeeld meting van de categorie oranje waargenomen, dan moet je langzamer en dus minder gaan boren.”

De onderzoekers zijn tot nog toe niet tegen grote problemen aangelopen. “Het grootste probleem was dat er schapen in de wei stonden waar wij systemen hadden staan”, zegt Koning lachend. “Die zouden misschien aan apparatuur gaan knagen. Schapen doen dat niet, zo blijkt. Maar koeien wel.”

Koning en Buijze vinden dat er meer op geothermie moet worden ingezet, omdat het goed is voor de warmtetransitie. Ze voorzien wel enkele problemen die nog roet in het eten zouden kunnen gooien. “Ik hoor bijvoorbeeld van andere experts dat de aanleg van warmtenetten moet worden versneld om de warmte van geothermie in wijken te verspreiden”, zegt Buijze.

“We gaan aan het einde van het project een rapport publiceren met de onderzoeksresultaten”, besluit Koning. “Als er tussentijds belangrijke bevindingen aan het licht komen, zullen we die naar buiten brengen.”