‘De discussie over de netcapaciteit wordt de komende jaren alleen maar spannender’

25.09.2024 Sjoerd Rispens

‘De discussie over de netcapaciteit wordt de komende jaren alleen maar spannender’
©Stedin

Netcongestie zorgt ook binnen de warmtetransitie voor de nodige problemen. Timo Idema, directeur Strategie en Regulering bij netbeheerder Stedin, zal hier tijdens het Nationaal Warmte Congres dieper op ingaan. In gesprek met Warmte365 licht Idema de strategie van Stedin, om zo goed mogelijk met netcongestie om te gaan binnen de transitie, toe.

“Warmte heeft een grote rol in het nieuwe energiesysteem”, zegt Idema. “Om het simpel te zeggen: hoe meer warmte wij realiseren op de plekken waar dat mogelijk is, hoe overzichtelijker de verduurzamingsopgave wordt waar wij aan moeten voldoen.”

Stedin is actief in het grootste deel van Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland en heeft meerdere grote steden in haar verzorgingsgebied”, gaat Idema verder. “Daarbinnen is een warmtenet of een warmtepomp voor 40 procent van onze aansluitingen de beste oplossing”, zegt Idema. “40 procent is geen 100. Maar het maakt uit of wij voor die 40 procent ook warmtepompen aan moeten sluiten of dat we ons ook richten op een warmtenet op die plek.”

Maar op plekken waar je warmtenetten aan wil leggen, kan netcongestie heersen, wat de zaak moeilijker maakt. Wat is de strategie van Stedin om met de congestie om te gaan? “In het algemeen dat we heel veel en sneller moeten gaan bouwen”, zegt de directeur. “We zorgen er samen met gemeenten voor dat er bijvoorbeeld transformatorhuisjes en we verzwaren het net met nieuwe kabels en leidingen.”

Opgaven
“Gek genoeg is het ook een opgave om op sommige plaatsen minder te bouwen en juist bestaande netten beter te benutten”, zegt Idema. “Dat vraagt meer flexibiliteit in het net. Dat betekent dat we niet allemaal op hetzelfde moment alles af kunnen nemen of leveren. Dat is een grote opgave maar we zijn druk bezig het net beter te benutten. Dat doen we door flexibiliteitsafspraken te maken met afnemers en onze klanten.”

“Wat daarnaast heel belangrijk is, is dat we weten wat de strategieën van bouwers zijn”, gaat Idema verder. “En warmte is enerzijds belangrijk om te zorgen dat er duurzame oplossingen zijn. Maar het helpt ook om die enorme opgave op elektriciteit enigszins behapbaar te maken.”

Het uiteindelijke doel van Stedin is om een maatschappelijk optimale mix te creëren volgens Idema. “Dat betekent dat we ervoor moeten zorgen dat warmtenetten worden aangelegd waar dat maatschappelijk de beste keuze is. En dat er voldoende netcapaciteit beschikbaar is voor (hybride) warmtepompen daar waar dat de beste optie is. Het is onze taak om aan de vraag van duurzame energie te voldoen, maar ook om de infrastructuur daarvoor zo mogelijk neer te leggen.”

Wat is de grootste uitdaging waar Stedin tegenaan loopt. “We moeten veel investeren om aan de bouwopgave te voldoen. Dat vraagt veel van de arbeidsmarkt en kost de nodige ruimte”, aldus de directeur. “Je kunt niet van de ene op de andere dag opschalen. Een andere uitdaging is om zo snel mogelijk de juiste oplossing op de juiste plek te realiseren. Als dat in het midden blijft liggen komen investeringen niet van de grond of investeer je op de verkeerde plek.”

Voorrang voor maatschappelijk belang
“En als er wordt gekozen voor een warmtenet kan dat onze prognose voor de toekomst veranderen”, licht Idema toe. “Een warmtenet gaat daarnaast ook niet zonder elektriciteit. Dus als je een warmtenet aan wil leggen in een gebied waar netcongestie is, zal Stedin per 1 oktober het landelijk afgesproken prioriteringskader gebruiken. Hiermee kunnen netbeheerders voortaan voorrang geven aan projecten die van maatschappelijke waarde zijn.”

De eerste categorie betreft congestie-verzachters, zoals batterijsystemen die zorgen dat er meer capaciteit bij komt voor andere gebruikers. De tweede categorie betreft veiligheid en gaat om partijen als defensie, politie en acute gezondheidszorg. In de derde categorie vallen basisbehoeften zoals drinkwater, woningbouw en onderwijs. En waarschijnlijk ook een warmtenet, aldus Idema.

“De discussie over de capaciteit wordt de komende jaren alleen maar spannender”, voorspelt de directeur. “Dus dan is het wel fijn dat er maatschappelijk gezien een guideline is, zodat keuzes over voorrang niet per gemeente fundamenteel gaan verschillen.”

Ondanks de zware opgave heeft Idema het  volste vertrouwen in de goede afloop. “Dat wil overigens niet zeggen dat je nu een plan hebt dat je stap voor stap af kan werken”, zegt hij. “Je kan vertrouwen hebben maar we weten dat we gaandeweg ons hoofd gaan stoten en nieuwe inzichten op gaan doen. Maar die kunnen ook positief verrassen.”

“Bijvoorbeeld: eerst was het ondenkbaar om zonder subsidie aan windenergie te doen. Nu kan dat wel. Mensen zijn in staat om te innoveren. Computers kunnen nu veel meer dan vroeger. Dus ik heb vertrouwen in ons vermogen.”