Ter voorbereiding van het commissiedebat over arbeidsmigratie heeft de industriecoalitie, bestaande uit FME, Koninklijke Bouwend Nederland, Koninklijke Metaalunie, Techniek Nederland, WENB en BOVAG, de politiek opgeroepen om meer grip arbeidsmigratie te creëren. Zo moeten er volgens de partijen meer arbeidsmigranten naar Nederland komen die aan de slag kunnen in sectoren met arbeidstekorten en die bijdragen aan het vestigingsklimaat en de bestaanszekerheid.

Maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie, de woningbouwopgave en transities in de zorg vragen om een heleboel technici. Zo wordt er geschat dat Nederland in 2030 uitkomt op een tekort van 60.000 technici.

Om dit tekort te verkleinen willen de coalitiepartijen inzetten op het vergroten van de instroom in technische opleidingen, het verkleinen van de uitstroom en een leven lang ontwikkelen binnen de techniek-, bouw- en energiesectoren. Daarbovenop is er volgens hun ook een vorm van doelgerichte arbeidsmigratie nodig. Eerder kwamen de Adviesraad Migratie en het Centraal Bureau voor de Statistiek ook al tot dezelfde conclusie.

De industriecoalitie, die eerder samen het Aanvalsplan Techniek opstelden, komen daarom tot een gezamenlijke oproep om een internationale vakkrachtenregeling, die gereguleerde, functionele en tijdelijke arbeidsmigratie van buiten de Europese Unie mogelijk maakt voor cruciale sectoren. Deze regeling is aanvullend op de kennismigrantenregeling omdat technische vakkrachten hier niet altijd onder vallen.

Concreet moet deze regeling zorgen voor een tijdelijke werkvergunning onder strikte voorwaarden, dat de vakkrachten zoveel mogelijk in het thuisland worden opgeleid en maximaal vijf jaar komen werken in specifieke Nederlandse sectoren en dat zij goede huisvesting krijgen. Het commissiedebat over arbeidsmigratie zal vandaag plaatsvinden.