Wereldwijde warmtevraag groeit harder dan het gebruik van hernieuwbare warmte

16.10.2024 Evelien Schreurs

Wereldwijde warmtevraag groeit harder dan het gebruik van hernieuwbare warmte

Volgens de nieuwste voorspellingen van het Internationaal Energieagentschap (IEA) zal er in 2030 wereldwijd 2,7 keer zoveel hernieuwbare energie opgewekt worden. Daarmee wordt voldaan aan landelijke doelstellingen, maar het is niet genoeg om het wereldwijde doel te behalen om de opwek van hernieuwbare energie te verdrievoudigen.

De IEA verwacht dat er 5.500 gigawatt aan nieuwe opwekcapaciteit voor hernieuwbare energie geïnstalleerd zal worden in de periode tot 2030. Dat zou een jaarlijkse groei van bijna 940 gigawatt betekenen, 70 procent meer dan het installatierecord van afgelopen jaar. In 2022 was de wereldwijde capaciteit voor hernieuwbare energie nog 3.680 gigawatt.

Deze groei zal voor 95 procent uit zonne- en windenergie komen. Ook zal China een belangrijke rol spelen, volgens het IEA zal dit land zorgen voor zo’n 60 procent van de bijkomende hernieuwbare energie.

Groeiende warmtevraag
Ook de komende jaren blijft warmte de grootste energieverbruiker, hier gaat bijna de helft van de energievraag naartoe. “In 2023 zorgden hoge rente, inflatie, minder activiteit in de bouwsector, een terugkeer naar lagere gasprijzen en veranderend beleid voor een verandering in de markt van hernieuwbare warmte”, schrijft het IEA.

De verkoop van zonnecollectoren en warmtepompen nam ook terug in vergelijking met 2022. Toch groeit het aandeel warmtepompen in de meeste Europese landen, die nu goed zijn voor bijna een derde van de verkochte warmtesystemen in 2023.

Het IEA verwacht dat er de komende jaren steeds meer warmte afkomstig zal zijn uit hernieuwbare bronnen. Het aandeel hernieuwbare warmte zal stijgen van 14 procent in 2023 naar 19 procent in 2030. De wereldwijde consumptie van warmte uit hernieuwbare bronnen zal met zo’n 15 exajoule gestegen zijn in 2030, dat is 2,4 keer zoveel groei als de voorgaande zes jaar.

Deze groei beslaat minder dan driekwart van de verwachte groei in warmtevraag. Daarom verwacht het IEA een toename in het gebruik van fossiele brandstoffen in de warmtesector. Daarom wordt een toename van 5 procent CO-uitstoot verwacht voor de warmtesector tussen 2024 en 2030.

Biobrandstoffen
Voor het eerst besteedt het rapport ook aandacht aan hernieuwbare brandstoffen. Naar verwachting zal het gebruik van hernieuwbare brandstoffen (vaste biomassa, vloeibare biobrandstoffen, biogassen,waterstof afkomstig uit hernieuwbare elektriciteit en e-fuels) toenemen tot 4 exajoule, ofwel 5,5 procent van de energieconsumptie van industrie, gebouwen en transport. Het zou vooral worden toegepast waar elektrificatie lastig is.

95 procent van de groei van hernieuwbare brandstoffen komt van biobrandstoffen, zowel in vloeibare, gas of vaste vorm. Waterstof en e-fuels leveren een kleine bijdrage, samen voor 0,17 exajoule in 2030.